Welstand gemeente Druten
StartpaginaUw mening
Actueel
Contact
Introverte woningbouw

Gebiedscriteria

Onderstaande welstandscriteria gelden specifiek voor dit gebied. Als een bouwplan niet aan deze specifieke welstandscriteria voldoet, kan een nadere beoordeling plaatsvinden op basis van de algemene welstandscriteria. Wellicht dat dit alsnog leidt tot een positief welstandsoordeel.


De welstandscriteria dienen altijd in samenhang met de hiervoor behandelde gebiedsbeschrijving, waardebepaling en beleidsrichting van het desbetreffende deelgebied waarop de bouwaanvraag van toepassing is, te worden gehanteerd.

algemeen

  • Respecteren van de samenhang binnen een ruimtelijke eenheid op niveau van de buurt, bouw- en/of woonblok en de onderlinge differentiatie daartussen;
  • Streven naar een verzorgde en samenhangende vormgeving van erfafscheidingen binnen de woonwijken met een duidelijke overgang tussen openbaar en privé-gebied;
  • Extra aandacht voor de afstemming van toevoegingen aan het hoofdgebouw aan zowel de voorkant als aan de achterkant die gelegen is aan de weg of openbaar groen.
plaatsing (bestemmingsplan is maatgevend)

  • Respecteren van de verkaveling, voorgevelrooilijn, positie en oriëntatie van de oorspronkelijke of reeds aanwezige bebouwing.
massa en vorm (bestemmingsplan is maatgevend)

  • Binnen een samenhangende ruimtelijke eenheid (buurt, bouw- of woonblok) respecteren van bouwmassa en hoofdvorm van de oorspronkelijke of reeds aanwezige bebouwing;
  • Respecteren van de diversiteit in gevelwanden door de variatie aan schakeling en compositie van bouwmassa's;
  • Afstemmen van kapvorm en -richting op de belendende bebouwing;
  • Verbijzonderingen in kapvorm en eventuele accenten in hoogte op specifieke stedenbouwkundig geëigende locaties zijn mogelijk.
gevelkarakteristiek

  • Streven naar het uitsluiten van gesloten gevelwanden aan de straatzijde;
  • Binnen de samenhangende ruimtelijke eenheid streven naar afstemming van gevelkenmerken, -geleding en -opbouw.
detaillering, kleur en materiaal

  • Binnen een samenhangende ruimtelijke eenheid streven naar onderlinge afstemming van het kleur- en materiaalgebruik bij gevels, daken, kozijnen, ramen en deuren, alsmede aangebouwde gedeeltes;
  • Geen toepassing van felle, contrasterende kleuren.