Welstand gemeente Druten
StartpaginaUw mening
Actueel
Contact
Voor- en naoorlogse planmatige woningbouw

Aan het eind van de 19e en het begin van de 20ste eeuw zijn in de meeste dorpen uitbreidingen gerealiseerd direct tegen de historische dorpskern aan. Daar is de eerste planmatige woningbouw toegepast, later werd de schaal groter. De wijk of buurt heeft een eenvoudig patroon van rechte straten en een symmetrisch straatprofiel. Door inbreidingen zijn tevens woningen opgetrokken in moderne architectuur te vinden in deze gebieden.

De vooroorlogse woonwijken zijn gebieden die gekenmerkt worden door een grote samenhang in relatief gesloten bouwblokken. De bouwblokken vormen daardoor gesloten, vaak gladde gevelwanden. Op de hoeken van de bouwblokken komen verbijzonderingen voor.

In deze bouwperiode zijn er verschillende bouwstijlen te onderscheiden. Vanaf eind 19e eeuw tot aan WOII is in een zorgvuldig gedetailleerde baksteenarchitectuur gebouwd, met veel trap- en tuitgeveltjes, siermetselwerk zoals boogvullingen boven de ramen en natuurstenen elementen in de gevel. Begin 20e eeuw kwamen ook de meer 'moderne' bouwstijlen in opmars. Veel voorkomend daarbij is de kenmerkende sobere 'baksteenarchitectuur'. Niet alleen de gevels,maar bijvoorbeeld ook lateien en dorpels zijn in baksteen uitgevoerd. Er wordt gebruik gemaakt van accenten in siermetselwerk of in verschillende kleuren baksteen.

De wijken uit de naoorlogse periode kenmerken zich door veelal geschakelde uniforme woonblokken in een stroken- of blokverkaveling. De straathoeken zijn open en er is vaak een duidelijk onderscheid tussen voorgevel en zijgevel zichtbaar. Door eenvoudige hoofdmassa's en kapvormen zoals zadeldaken of schilddaken ontstaat rust en samenhang in het bebouwingsbeeld. De herhaling van gelijkvormige koppen van bouwblokken vormen een karakteristiek beeld naar zijstraten toe.

De woningen gerealiseerd vlak na de Tweede Wereldoorlog zijn veelal gebouwd in de Wederopbouwarchitectuur. Door de woningnood ligt de nadruk op de kwantiteit in plaats van op de kwaliteit, er is veel gebruik gemaakt van stempels. Kenmerkend voor deze stijl zijn de zichtbare betonnen prefab-elementen. Daarnaast hebben naast elkaar gelegen woningen vaak een symmetrische gevelindeling. Ander beeldbepalende elementen zijn de duidelijk geaccentueerde voordeuren door boven lichten, lijsten en/of opstapjes.

Druten

In Druten bestaan drie wijken uit voor- en naoorlogse bebouwing. Deze wijken zijn tegen de bebouwing van de oude kern aan gerealiseerd, ze zijn rechthoekig verkaveld en bestaan voornamelijk uit eengezinswoningen. 

De wijk rond de Kasteellaan, de Parkweg en de Heersweg bestaat uit vrijstaande en twee-onder-één-kap woningen. De woningen bestaan uit twee bouwlagen en hebben veelal een zadeldak in langsrichting. Ze zijn opgetrokken in een lichte kleur baksteen. Naast de woningen zijn twee cultuurhistorisch waardevolle elementen in de wijk aanwezig, namelijk het kasteel en het Kasteelpad ernaartoe.

De wijk die wordt begrensd door de Meester van Coothstraat, Ooievaarstraat,  Irenestraat en de Van Heemstraweg bestaat voornamelijk uit rijwoningen in een open blokverkaveling. In het zuiden van de wijk is een groenvoorziening aanwezig die een afsluiting vormt naar de Van Heemstraweg toe. De woningen bestaan uit sobere rijen van twee bouwlagen met een zadeldak in langsrichting. De daken zijn zowel bedekt met oranje als donkergrijze pannen. De meeste woningen hebben geen toevoegingen in de vorm van aanbouwen, een enkele rij heeft aangehangen balkons.

De gevelindeling is simpel met verfraaiingen in de vorm van gekleurde baksteen en boogvormig metselwerk boven de deuren.

De uitbreiding in het oosten van Druten, de Karel Doormanstraat en de Piet Heinstraat, bestaat uit drie straten haaks op de Stationsstraat. De bebouwing is achter de lintbebouwing van de Stationsstraat gesitueerd. De rijwoningen bestaan uit twee bouwlagen met een zadeldak in langsrichting met een flauwe hellingshoek. Het beton van de eerste verdiepingsvloer is duidelijk zichtbaar en zorgt voor een tweedeling van de gevel. Opvallend is het afwijkende metselverband van de tweede bouwlaag, er is een verticale geleding ontstaan doordat de stenen recht boven elkaar zijn gemetseld.

Puiflijk

De voor- en naoorlogse bebouwing van Puiflijk bevindt zich achter de lintbebouwing van de Koningsweg en de Kerkstraat. De Roggeberg is een inbreiding tussen de oude linten van de kern en bestaat uit een slingerende straat waar zowel vrijstaande, twee-onder-één-kap woningen als rijwoningen aan staan. De Hosterd vormt een kleine uitbreiding aan de oostkant van Puiflijk. De buurt bestaat uit een straat met aan de westzijde rijwoningen in de langsrichting en aan de

oostzijde blokken van vier rijwoningen haaks daarop, aan doodlopende straten. Door middel van deze verkaveling zijn er zichtlijnen mogelijk naar het naastgelegen sportterrein. De woningen bestaan uit twee bouwlagen met een oranje of donker grijs zadeldak of mansardedak, een aantal rijen heeft dakkapellen aan de voorzijde.

Afferden

De voor- en naoorlogse bebouwing van Afferden ligt tussen de twee linten van de oude dorpskern in. Opvallend aan deze buurt is de positionering van de rijwoningen om vier doodlopende straten heen. Een centraal voetpad verbindt de straten met elkaar. De rijwoningen bestaan uit twee lagen met kap. De gevels zijn opgetrokken in roodbruine baksteen met zichtbare prefab-geveldelen. Rond de deuren is een boog van afwijkend metselwerk te zien.

Deest

De kern van Deest is in de voor- en naoorlogse periode in het noorden, zuiden en oosten uitgebreid. De noordelijk uitbreiding is een kleine buurt bestaande uit een aantal woonstraten, de Gravendaal en het Kloosterhof. De bebouwing bestaat uit rijwoningen en twee-onder-één-kap woningen in een voornamelijk rechte rooilijn. De uitbreiding in het zuiden beslaat de Bijmansstraat en de Grotestraat. Hier staan rijwoningen, twee-onder-één-kap woningen en een aantal vrijstaande woningen. Naar het oosten toe aan deze uitbreiding vast, is eveneens voor- en naoorlogse bebouwing gerealiseerd. Dit gebied wordt begrensd door de Wethouder Bruensstraat, Vriezeweg en de Elzenstraat. Deze buurt is orthogonaal verkaveld en bestaat voornamelijk uit rijwoningen, er komen tevens enkele twee-onder-één-kap woningen voor.

De bebouwing bestaat uit één of twee lagen met zadeldak. Ze zijn opgetrokken in roodbruine baksteen. Een aantal rijen heeft opgetrokken gevels, andere hebben kleine dakkapellen. De daken zijn zowel gedekt met oranje als donkergrijze pannen. Opvallend zijn de twee-onder-één-kap woningen ten westen van de schoolweg. Deze woningen bestaan uit twee lagen, waarvan de eerste verdieping onder het zadeldak in de dwarsrichting. Kenmerkend is de gevelindeling met het plaatwerk in het midden van de gevel beginnend vanaf de eerste verdieping tot de nok en de hoge ramen.

Horssen

In Horssen zijn zowel inbreidingen gedaan in de oude linten als tussen deze linten. Binnen de buurt ligt een recente planmatige inbreiding. Er zijn vrijstaande en twee-onder-één-kap woningen in rooilijn gerealiseerd langs een aantal (woon)straten, welke gebaseerd zijn op de bestaande landschappelijke structuur. De panden bestaan voornamelijk uit twee bouwlagen met bijna allemaal een zadeldak, gedekt met oranjerode en donkerbruine en -grijze pannen. De gevels zijn opgetrokken in roodbruine en overige aardetinten baksteen.

Rechthoekige verkavelingsstructuur en gladde, sobere gevelwanden.Verbijzondering door als detail een natuurstenen deurlijst.Wederopbouwarchitectuur met prefab gevelpui.Naast elkaar gelegen woningen met een gespiegelde gevelindeling zorgen voor een sterke ritmiek.Woningrij met aangehangen balkons.Opvallend afwijkend metselverband eerste verdieping.Door de gevelkarakteristiek opvallende woningen.Opvallende verkaveling aan doodlopende woonstraten.Sobere gevelindeling en kleine dakkapellen.