Individuele woningbouw
Individuele woningbouw is halverwege de 20e eeuw toegenomen door verbeterde economische vooruitzichten en gegroeide kwaliteits-behoefte bij burgers. Er is in de woningbouw een verschuiving naar particulier opdrachtgeverschap ontstaan. Het gaat hier om een burger (of groep burgers) die zelf de beschikking heeft of krijgt over de grond en zelf kan bepalen met wie hij de bestemming wil realiseren. In dit verband kan ook worden gesproken van vrije sector-kavels. In deze gebiedscategorie zijn tevens buurten opgenomen die projectmatig zijn opgezet met bijvoorbeeld gelijke architectuur, maar die verder alle kenmerken van individuele woningbouw hebben.
In de gemeenten Druten komen voornamelijk kleinschalige inbreidingen voor. Naast deze kleine inbreidingsplannen zijn er tevens enkele grootschaligere buurten en wijken die vaak aan de rand van een bestaande dorpskern of woonwijk gesitueerd zijn. Kenmerkend voor deze gebieden zijn de zichtrelaties met het aangrenzende landschap. De openbare ruimte kenmerkt zich door ruime, eenvoudig ingerichte straatprofielen met een groene uitstraling, mede door de groene privé-tuinen. Er is overwegend een duidelijk onderscheid tussen openbaar en privé aanwezig. In Druten is individuele woningbouw gerealiseerd ten zuiden van de van Heemstraweg, in de Bieskamp/Heufke, en rond de kruising Slootsestraat/Koningsweg. In Deest rond de Gravendaal en de Leendersstraat.
De bebouwing bestaat uit vrijstaande en twee-onder-één-kap woningen op eigen kavels, hoofdzakelijk met de voorgevel georiënteerd op de straatzijde. Bij meerdere woningen is kenmerkend dat de panden in nagenoeg dezelfde voorgevelrooilijn staan, vaak ontstaan door het streven naar een zo groot mogelijke achtertuin. De woningen bestaan over het algemeen uit één of twee bouwlagen voorzien van een veelal samengestelde kapvorm. De kapvormen variëren van klassieke zadel- en schilddaken en mansardekappen tot piramidedaken en platte daken.
De bouwstijl is zeer divers en veelal gedetailleerd. Er is zowel traditioneel georiënteerde als moderne architectuur binnen één wijk of buurt herkenbaar. Bij traditionele architectuur worden vormen en waarden uit het verleden verwerkt en opnieuw geïnterpreteerd. Strakke lijnen en het platte dak staan centraal bij de moderne architectuur. Er is veel afwisseling in materiaal- en kleurgebruik. Als er voldoende ruimte tussen de panden aanwezig is, wordt dit veelal als niet storend ervaren. Indien de kavels kleiner zijn en de ruimten tussen de woningen minimaal, kan de diversiteit in het woningbeeld negatief werken en is er meer samenhang in kleur en materiaal gewenst om een aantrekkelijk bebouwingsbeeld te creëren.